maandag 26 maart 2012
Weilanden tussen Kampen en De Zande (1994)
Het lijkt er op dat ik er een leven lang over ga doen om de groene wereld rond Kampen op waarde te schatten. En toch, er is het jaar door echt heel wat te beleven. Het groen van de weilanden die met vele tientallen vierkante kilometers de stad omgeven, is zeker niet altijd hetzelfde. Midden april zijn er de zeeën van warmgele paardenbloemen en de lila kleurende drassige weilanden vol pinksterbloemen. De zwartwitte en bruinrode koeien verlaten de stal en een paar weken later zijn het de pluizenbollen van de paardenbloemen die het geheel weer een heel ander aanzien geven, voordat richting de zomer de graslanden intens bruinrood van de zuring kleuren. De sloten waar de eerste maanden de mist nog uit omhoog leek te komen, vullen zich gaandeweg met kikkerbeet en zwanebloemen. Het groen rond de stad leeft!
Maar het is, behalve na een gemeen koude winterperiode als het gras bruingeel uit de strijd gekomen is, wel groen en dat maakt het anders dan op Flakkee waar ik zo gewend ben de seizoenen te lezen. In de winter staat er op een paar verdwaalde spruiten en boerenkool na, niets. Eindeloze akkers met bruinrode voren liggen dan rond de dorpen te weemoedig te dromen. En het duurt lang voordat er weer een teken van leven volgt. Nog tot diep in het voorjaar lijkt er niets te gebeuren. Als het lang droog en zonnig is kleurt de grond tot okergelen, maar ook dan nog geen teken van leven. En dan komen de gewassen op. In allerlei kleuren groen, eerst, en dan de tulpen in roden, donkerpaarsen en gelen, de violen, de aardappelplanten in bloei, suikerbieten die zich in de betonnen kleigrond staande houden in de blakende zon, het naar goud kleurende koren, blauwgroene prei, de zonnebloemen, de gladiolen, en elk een eigen moment van de oogst. Dat is anders, maar niet voor iedereen mooier. Voor wie het niet kent, duurt de tijd van de kale akkers te lang, is er niets te beleven. Aan de printplaat in mijn hoofd lijkt niet veel meer te veranderen. Met hoe ik leerde kijken, kijk ik naar de wereld om me heen. Maar dit ben ik wel gaan zien: het groen rond Kampen is niet groen alleen. En daarom heb ik het schilderend opgezocht. Om mezelf de ogen te openen en tegen mezelf te zeggen: kijk dan! En zo schilderde ik in 1994 de uitgestrekte weilanden tussen Kampen en De Zande, met zuringrood en velden vol met pluizenbollen van uitgebloeide paardenbloemen, de koeien grazend in hun wei, en de erboven opwellende wolken.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten