donderdag 22 maart 2012

Hé kijk, ik leef! (1992)




















Wat me rond mijn 17e jaar voor ogen stond, was het beheersen van alle te schilderen elementen van een landschap, zodat ik er in alle vrijheid mee zou kunnen improviseren. De jaren erna koppelde ik aan die wens een zoektocht naar mijn eigen handschrift. En tien jaar later was ik gelukkig met waar het in dit schilderij op uit was gekomen. Het landschap had zich gevormd rond de horizon en een herinnerde bomenrij langs de Stadsedijk bij Middelharnis. De wolken waren míjn wolken geworden, die op mijn ritme en met mijn energie in de ruimte bewogen, en een strijd uitvochten die het zintuiglijke te boven ging. Een strijd die ik liet uitvechten boven akkers waarvan de kleuren en het ritme reageerden op die van de lucht en andersom. Het ging over het drama van het leven, over liefde en dood, over worsteling en extase, en daarmee oversteeg het bereikte resultaat ruimschoots het doel waarmee ik ooit de reis begonnen was, toen ik de academie binnenkwam. De dramatiek ontwaarde ik in die tijd ook al wel - al was het nog maar zeer ten dele - maar dan toch vooral vanuit de verklarende kaders van de traditie waarin ik was opgegroeid. Meer en meer liet ik, beheerst, die kaders vallen, als een kind dat bij het leren zwemmen meer en meer zijn bandjes af durft doen, en eenmaal zonder, roept: Hé kijk, ik zwem! Zoals ik riep: Ik leef!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten