zondag 8 april 2012

Nóg een keer Sommelsdijk (2000)


















Nóg een keer boog ik me over de verbeelding van Sommelsdijk. Nóg een keer mijn herinnering aan de molen, de zwarte schuren en schuurtjes, de boven alles uittorenende kerk alsof op de schouders van de inwoners genomen, de moestuintjes van de gewone man die grenzen aan 'de Wildeman', de oude kreek die er al stroomde toen het dorp er nog niet was. De wolk erboven, die vertelt dat er meer is dan we kunnen zien, zonder uit te spreken wat. De kerk met de hoge toren wijst ernaar, en spreekt zich er, via predikanten die er voor hebben doorgeleerd, in de woorden en de voorstellingen van hun traditie wel over uit. Wat er meer is tussen hemel en aarde. Dat ze er zijn, de aarde én de hemel en hoewel wat minder dan in vroeger tijden, ook de hel, die je niet binnen hoeft te gaan, als je de overgedragen waarheden maar voor waar aanneemt en daarnaar leeft.
In deze overzichtelijke, afgebakende wereld leven de inwoners volgens vaste ritmes en rituelen van de wieg tot het graf.  De aan hen overgedragen verbeelding van het onzienlijke is hun werkelijkheid, is voor hen dé werkelijkheid. In de chaos van het leven hebben ze een wereld van betekenis gevonden die ze voor geen goud willen missen, en die ze zeker hun kinderen niet willen onthouden. Ze werden er geboren, met open armen ontvangen, ze leven, zorgen, zwoegen, rouwen en genieten er. En eens wordt er afscheid van hen genomen, als ze zich eenmaal voegen in het aangroeiende koor van die hun voorgingen naar het eeuwig thuis.
Dat is de wereld die ik achter me liet, toen ik van het eiland vertrok. Een stukje van de wereld, want zo veilig en compact was het wereldbeeld van veel dorpsgenoten al lang niet meer. Het was niet meer te houden geweest; de invulling die de eeuwen door aan het meer-tussen-hemel-en-aarde was gegeven, kon de hunne niet langer zijn.
De geborgenheid en de vanzelfsprekendheid die ik hier nog schilderde, liet zich voor velen in de meegekregen verbeeldingen niet langer vinden. Lang niet allemaal bleven zij met lege handen staan. Ze zijn met een luisterend oor voor de oproep er voor de ander te zijn, de wereld ingetrokken en scheppen zich eigen werelden van betekenis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten