zondag 15 april 2012
Niet beter, maar anders (2000)
Na al het schilderend tot stand laten komen van landschappen, nam ik de foto's die ik de laatste jaren van landschappen had gemaakt. Als houvast en als startpunt. De omgekeerde wereld vergeleken met hoe ik de laatste tijd had gewerkt. Ik koos een foto van ergens op de Drentse hei. Daar begon het mee. Het werd een gevecht met de verf, met wat ik wilde en wat het beeld bij me opriep.
Het duurde lang en ging van herkenbare struiken, grassen en paden uiteindelijk, omdat ik er niet door werd aangesproken, naar vrije vlakken en vormen die elkaar van alles te vertellen hadden. Die me door het beeld lieten dwalen om te zien wie met wie in gesprek was.
De horizon bleef, maar ik was vrij geworden. Ik hoefde geen wolk meer te schilderen, geen paden over de hei. Ik kon ineens elke kleur en elke vorm waar dan ook in het beeld een plaats geven. Ik had een andere, maar een even reële werkelijkheid aangeboord. Niet de directe subjectiviteit, niet het moment, niet de zichtbare wereld bepaalden het beeld, maar een laag daaronder. Niet beter, maar anders, dieper, meer afgewogen en dichter bij de ziel. Met een lijntje naar het beeld van de Drentse hei, dat nog wel. De donkere kleuren van de zwaarmoedige struikheide, het oplichtende loodgrijs van het zand, de warme tinten van het gras en het geliefde blauw van de verte. Het voelde als een bevrijding en een ontdekking. Ik had een ader aangeboord die ik al eens eerder op het spoor was gekomen, maar die ik nu verder wilde ontginnen. Zó wilde ik de komende tijd schilderen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten