woensdag 11 april 2012

Kijk dan, wat ik zie! (2000)


















Het grote formaat was een waar feest voor me. Ik genoot van de ruimte. Kleurvlakken  werden tot felgekleurde wolken, geel tot graan en graan tot geel dat schettert en schittert in geeloranje tinten. En zonder het te bedoelen kwam rechts van het midden een gehaaste wandelaar op in het beeld en ik heb hem er gelaten. Omdat hij nieuwe beelden bij me opriep. En ook nu, en ik laat ze ook nu weer de vrije loop.
Hij moest er die dag wel op uit, aangetrokken door de wolken, het goudgele graan, de heuvels, de ruimte en de zon. Op inspiratie had hij niet hoeven wachten, hij was er zo ingelopen. Hij liep de heuvels uiterst gelukkig op en af, danste met en tussen de wolken. Vol van de indrukken aan het eind van de dag, is er thuis niemand die gelooft wat hij heeft gezien. Althans hij waagt het niet te pijlen. Omdat het niet de wolken zijn, de kleuren en de ruimte zelf; het is zijn hart dat meetrilt op wat hij er vindt. Het is het diepste en tegelijk het ondeelbaarste geluk dat hij kent, en op de foto's die hij er toch steeds van maakt, staat het niet of maar een schim van wat hij er beleefde. Hij voelt er, weet er, dat er meer is, namelijk machten sterker dan hijzelf, die hem geen angst brengen maar rust. Hier zou hij altijd thuis zijn, omdat hij er deel van het mysterie is.
Hij ontmoet er Vincent van Gogh die er onder de genadeloze zon zijn doeken volstort met kleur en tomeloze kracht, alsof zijn leven ervan af hangt. Omdát zijn leven ervan af hangt. Koortsachtig zoekend totdat zijn handen vaardig zijn om hoofd, hart en ziel te verbeelden, om het uit te schreeuwen: kijk dan, kijk dan wat ik zie!
De ervaringen buiten, zijn voor hem aanjagers voor het leven met en onder mensen. Ze helpen hem te relativeren, geven inzicht in de tijd omdat hij er de tijd in de bomen, het landschap, de bodem en de stenen kan pakken. Hij ziet er geen goden in de solitaire heuvels en eeuwenoude bomen, in de hoge luchten, de bloemen of daarboven. Wel ademt hij hun energie en het onverklaarde geluk in en uit. De ervaringen brengen hem aan de achterkant van tradities en geloofsvoorstellingen, vanwaar hij ze ziet opdoemen, in de tijd, terwijl ze zich zo vaak manifesteren als van den beginne. Hij ziet er mensen tot mensen worden. Hij ziet er mensen worden tot die-zich-aangesproken-weten door de oproep er te zijn, er voor de ander te zijn. Die de ander zien opdat die ander zou zijn.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten