zaterdag 12 mei 2012

Wuivende halmen aan de Stadsedijk (2002)




















Als ik op Flakkee ben, is dat vaak maar voor een dag, maar in de jaren negentig en ook nog wel kort daarna was ik er regelmatig een paar dagen achtereen. Om de familie en wie ik er toevallig tegenkwam weer eens te zien. Om door de zo bekende straten te lopen, als door een verhuisdoos vol herinneringen. Om het hart op te halen in de polders aan de randen van het dorp.
Op een van die dagen was ik er mooi even tussenuit gepiept. 'Ik ga even een rondje doen', zal ik wel hebben gezegd, en dan waren ze me echt wel even kwijt. Dat wisten ze. Ook dat ik vast weer wat later thuis zou zijn dan vooraf ingeschat. Toen ik de deur achter me dichttrok, had ik nog geen idee waar ik heen zou gaan en uit zou komen. Ik zou wel zien en dwaalde door het dorp en daarbuiten.
Het was een onstuimige dag met een scherpe zon en stapelwolken. Ik raakte buiten het dorp om van de wolken te genieten en werd op de Stadsedijk tussen Middelharnis en Stad aan 't Haringvliet verrast door het spel van de wind met het gewas in de polder. Ik besloot ertussen te gaan staan om het beter te zien. Om het te beleven en er foto's van te maken. Het was er onvergetelijk. Dat wist ik tóen gelijk al. Wat een ruimte. Wat een heerlijk gevoel van vrijheid tussen de halmen die glinsterend in het licht, om me heen wuifden en van me af in lange lome vlagen. Het zonlicht dreef jachtige schaduwen over het veld, over het eiland naar Nieuwe Tonge en verder. Het waren heerlijke momenten. Voor een toeschouwer onbetekenend en niet bepaald onderdeel van een wereldreis. Maar toch, meer zocht ik niet. Het was me meer dan genoeg.
Het schilderij dat ik er jaren later van maakte, is de nagalm van dat eindeloze vrije halfuur in de wind en in de zon. Het herinnert me eraan. En het roept me op meer dan toeschouwer te zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten