donderdag 17 mei 2012

Alleen, soms even. Hoe kan het ook anders. (2003)

























Het vinden van een taal om de wereld om ons heen onder woorden te brengen, start vanaf de eerste dag en zet zich levenslang voort. Als het goed is. Als anderen ons de ruimte gunnen om onze eigen taal te vinden. Als we die onszelf gunnen en we de moed niet verliezen.
Om niet bij nul te hoeven beginnen, wordt door mensen om ons heen taal aangedragen, waar we ons de eerste tijd prima mee kunnen redden. We blijven er in ieder geval mee in leven. Totdat die collectieve taal aan grenzen raakt en niet langer toereikend is om meer te zeggen dan al gezegd kan worden. En dan zijn we aan zet. Dan is het kiezen: óf we accepteren dat niet alles onder woorden te brengen is, óf we doen nog een gooi. Het is de gooi van dichters die voor wie kleine oren heeft en haast, in onbegrepen woorden en zinnen een poging doet om tóch onder woorden te krijgen.
Zo is het ook met schilderen en met verbeelden in het algemeen. Ik ben opgegroeid met een beeldtaal die al veel mogelijkheden gaf om mijn verhaal te vertellen. Toch raakte ik aan de grenzen en de grenzen van vrijheid ervan en koos ik ervoor nieuwe taal te vinden. Taal die ik anderen al wel eens had zien gebruiken, en ook eigen taal. Verder. Communicatie met mezelf, dat eerst, en uiteindelijk met mensen om me heen die die taal verstonden of wilden leren verstaan. Op dezelfde manier zie ik anderen hun eigen taal en verbeelding zoeken. Eenzame wegen soms gaan en onbegrepen. Voor het zover is dat 'de mensen' hun taal verstaan, zijn ze vaak al 'uit de tijd'. Ze waren hun tijd vooruit, wordt dan gezegd, zoals iedereen zijn tijd vooruit is als hij nieuwe wegen gaat, nieuwe taal en verbeeldingen vindt.
Wie zou niet omkijken om te zien of er zijn die volgen of proberen te volgen? Niet omkeren als blijkt dat dat niet zo is, en dichterbij de taal van anderen beginnen? Vincent van Gogh niet. Hij ging telkens wéér verder. Nog eenzamer. Vocht onder de bulderende zon van Zuid-Frankrijk met de verf en met zichzelf om nieuwe taal te vinden, ver van de mensen om hem heen en daardoor stervenskoud. Ver van die zeiden dat het nergens over ging, die taal van hem. Het duurde langer dan een mensenleven om begrepen te worden. Te lang voor hem. En zo vergaat het velen. Vaak ook wordt nooit begrepen, blijft het eeuwig eigen taal, waar niemand wat mee kan dan hooguit concluderen dat er nog weer andere wegen zijn, blijkbaar, om werelden onder woorden te brengen. En als ze het slechter treffen, worden ze als idioten of verdwaalden aan de kant gelegd.
Het kan ook genoeg zijn, eigen taal te vinden, voor eigen oog met hart en ziel. Tussen eigen taal en taal van veel meer mensen ben ik schilderend soms voorúit gelopen zonder om te zien of iemand het nog volgde. Ook teruggegaan en anderen weer opgepikt en ook om zelf weer aan te kunnen haken. Eenzaam werd het mij niet, alleen soms even. Hoe kan het ook anders.

    

Geen opmerkingen:

Een reactie posten