zaterdag 26 mei 2012

Geniet! (2009)



Kort na het eerste schilderij van 2009 schilderde ik een tweede. En tot nu toe de laatste. Ik genoot opnieuw van het langzaam opbouwende beeld. Het was als het ophalen van herinneringen en het tellen van zegeningen. Van al die keren dat het leven goed was en ik dagen uit duizenden beleefde. Ik kon het er allemaal in opnemen. Zo gaat het ook op de stilste dagen, als gedachten bij me opkomen aan de kleinste dingen. Op zondagen meestal of tijdens vakantie. Dan komen de beelden op die op andere dagen overschreeuwd worden door de hectiek van alledag, zoals kleine sterren en sterrenbeelden door de zon. Gaat de zon onder, dan komen ze op, de ene na de andere, totdat je ze niet meer tellen kan.
Zo gaat het met dit schilderen. Eerst de grote vlakken, dan de kleinere, die zich in het beeld geroepen aaneenrijgen tot sterrenbeelden van herinnerde beelden en gedachten. Dit is voor mij genieten van het leven. Dit is voor mij invulling geven aan het advies dat ruim drieëntwintighonderd jaar geleden al werd neergeschreven in het boek Prediker na de conclusie dat alles en iedereen in een eindeloze herhaling opbloeit, voorbij gaat en vervliegt: geniet, zolang het kan en wacht niet tot de kwade dagen komen.

Elke keer weer anders en elke keer waar (2009)


















Ik 2009 wilde ik toch echt weer even schilderen. In rust en harmonie. Zonder een onderwerp te hoeven kiezen. Niet belast met keuzes ten aanzien van de mate van abstractie of de mate van herkenbaarheid. Niet gehinderd door onhandigheid na twee jaar nauwelijks te hebben geschilderd. Gewoon schilderen. Papier, verf, kleuren, vormen en verhoudingen. Meer niet. En meer dan genoeg.
Eerst grote vormen. In aanvang nauwelijks wat zeggend. Daarna de kleinere, de ene na de andere, op afgewogen afstand van elkaar.Daarna de nog kleinere met elk de eigen toegewezen plaats. Totdat het goed was en ik me erin herkende alsof ik in een spiegel keek.
Het is een heerlijke manier van schilderen. Zo vrij en zo oneindig in mogelijkheden. Op de achtergrond, ergens, is er nog een horizon, is er nog een grondvlak met de vrije ruimte erboven. Omdat het daar voor mij steeds weer begint. Niet als keurslijf, maar als het vanzelfsprekende en natuurlijke houvast bij het schilderen. En het maakt dat ik jaren later nog vast kan stellen wat de onderkant en wat de bovenkant is. Hoe het schilderij moet worden opgehangen en moet worden opgenomen in dit blog.
Het is zeker genieten als al schilderend gaandeweg een wereld tevoorschijn komt waarin je kunt dwalen. Door velden en dorpen, over vlakten en onder wolkenluchten. Evengoed is ook dit een wereld om in op te gaan. Ook dit gaat over harmonie, over levensgeluk en herinneringen. Over verbazing en vrijheid. Als je er even bij gaat zitten en je het beeld de kans geeft. Maar dat geldt voor alles als je echt wilt zien. Ook als je de ander werkelijk wilt zien.
Na het dag na dag langslopen van mijn verbeeldingen van de afgelopen tientallen jaren, heb ik deze manier van werken het meest lief gekregen. De andere had ik als weg er naartoe en als zelfstandige verbeeldingen voor geen goud willen missen, maar dit voelt wel als een finish. Dit is voor mij een nooit uitputtende taal die ik overal en onder alle omstandigheden spreken kan. Ik kan er nog wel duizend maken. Elke keer weer anders en elke keer waar.

woensdag 23 mei 2012

Een kleine lichte wolk als aandenken (2007)


















Dit schilderij heeft lang op de schildersezel gestaan. En soms ook even met het beeld naar de muur. Ik was er speels aan begonnen. Eigenlijk zomaar even. Niet eens op papier, want daar was ik doorheen, maar op de houten plaat waarop ik het papier normaal spande. Ik veranderde het beeld telkens weer. Tot op de dag waarop schilder Corneille overleden was. Met een paar stevige vegen boetseerde ik een kleine lichte wolk als aandenken. Toen heb ik het zo gelaten en heb ik er geen wereld meer overheen willen schilderen.
Zo gaat het met schilderen. Het is schilderen tot het klopt en ik zeker weet: ook dit ben ik. Een enkele keer werk ik jaren aan een schilderij voordat ik er een punt achter zet. Steeds als ik er weer verder mee ga, is dat - hoe kan het ook anders - met weer andere ogen en andere dingen die me bezighouden. En dat niet zonder gevolgen. Over de eerdere afbeelding schilder ik dan maar zo een geheel nieuwe wereld. En nog een, en nog een. Zo zou ik een heel leven door kunnen gaan en kunnen eindigen met dat ene schilderij. De laatste, met daaronder al die andere die aan het zicht onttrokken zijn. Maar zo doe ik het niet. Ik ben blij dat ik onderweg een kleine honderd keer gestopt ben en op een ander vel papier of doek aan een nieuw schilderij begonnen ben. Honderd keer een kopie van wie ik was en van wat in me omging.
Zou ik met één schilderij geëindigd zijn, dan zou me waarschijnlijk gevraagd zijn hoe ik dat nou heb kunnen doen. Dat is toch zonde. Toch gaat het vaak wel zo met hoe we naar onszelf en zeker ook hoe we naar de ander kijken. Het laatste beeld telt en verbergt al het andere daaronder. Het andere dat het beeld van ons en van ons leven nuanceert en kleurrijk maakt. We doen onszelf en de ander ermee tekort als we op die manier het mooie en goede dat voorafging wissen of negeren. De onbevangenheid en de verlangens. De verhalen en het lachen. Het rennen en vliegen. Het doen van dingen die je later laat, maar waar vol overgave in werd opgegaan. En daarom herinner ik. Schrijf en schilder ik.
Een vriend van mijn vader, een Jan met een grijzende baard en een heerlijk verwilderd aquarium - nu ik dit schrijf, besef ik dat hij toen jonger moet zijn geweest dan ik nu ben - zag ik in 1980 in zijn dagboek schrijven toen we in zijn huis in Westendorp op vakantie waren. Hij hield letterlijk een dagboek bij in een toen al indrukwekkend aantal eenvoudige schriftjes vol herinneringen aan juist ook kleine dingen. Vanaf zijn jeugd had hij dat gedaan en hij bracht me op het idee dat ook te doen. Vijftien jaar was ik. En zonder dat hij het wist, zei hij mij dat ook al die kleine en aardige momenten in het leven ertoe doen.

dinsdag 22 mei 2012

De hemel, voor even (2007)





















Ik schilder altijd met een horizon. Zelfs als ik abstract werk is die er nog bij als scheidslijn tussen hemel en aarde. Tussen visioen en werkelijkheid.
En nu dan één keer toch zonder: een blik naar boven waarbij ik de aarde even niet zie. Zoals bij het dwalen door mijn herinneringen van de afgelopen maanden. Zoals het kerkvolk tijdens hun diensten op zondag en daarbuiten. Zoals op dagen dat ik opga in een paradijselijke wereld vol fluitenkruid en meidoorn en tijdens vakanties in de bergen. Op die momenten is er even geen plaats voor de aarde. Maar niet veel langer. Omdat het niet past de aarde de rug toe te keren en te doen alsof alles hemel is. Als het al voor ons (op enige momenten) geldt, dan toch lang niet voor zoveel anderen om ons heen. Omdat het niet past de hemel voor onszelf te bewaren.

maandag 21 mei 2012

Deze had ik nog niet (2007)

























Weer een wolkenlucht als resultaat van al die keren dat ik naar de lucht heb zitten turen en ze me wat te vertellen had. Dat ik ervan wilde schilderen en het er niet van kwam. Mijn vader heeft het vaak over 'moaie stikjes' als hij een landschap ziet dat hem aanspreekt en hij met schilderogen naar de wereld om hem heen kijkt. Al die keren wil hij er wel een aquarel van maken. Hij zou er zijn huis mee kunnen behangen met al die mooie werelden die hij had willen schilderen. Het is er in een aantal perioden ook zeker van gekomen. En in zijn hele huis kom je ze dan ook tegen: de verbeeldingen van het strand, van de heide, van de kanaaldijk achter zijn geboortedorp Sommelsdijk en van een laan met bomen in de herfst met blaadjes op de weg die je er zo af kan pakken. Vredige werelden zijn het zonder dreiging van wolken, overladen met zon. En ik schilder de mijne en deze keer met wolken die uit zee oprijzen. Deze had ik nog niet. Nog niet zo imposant. Maar nu dan toch, en nu het schilderij er is, kan ik me niet meer voorstellen dat ze er niet waren.
Zo gaat het telkens. Zo gaat het met verhalen. Met ervaringen. Met kennis van de familiegeschiedenis. Met wel en wee. Met verbeeldingen van generatie op generatie. Zo gaat het met mensen die ik ontmoet en die bedoeld en onbedoeld schakeringen toevoegen aan mijn werkelijkheid. Mensen die naar je omzien en mensen die je negeren. Mensen die je enthousiast maken en mensen die je ontmoedigen. Mensen die alles menen te weten en mensen die het zo zeker niet weten en met het beetje licht dat mensen vaak gegeven is, hun weg gaan; mensen die wel van mysterie weten, maar met schroom in woorden en daden van beneden iets over boven zeggen. Al die indrukken samen vormen mijn geschiedenis en maken me tot wie ik ben. Zo werkt het voor iedereen. Iedereen zijn eigen, meestal ongeschreven, geschiedenis.
Er is weinig voor nodig om te beseffen hoe gelukkig ik ben dat ik mijn eigen leven maar telkens kan nalopen en spellen. Ervan kan genieten en nagenieten. Ervan kan schilderen in de taal van wolkenluchten. Ervan kan schrijven zoals ik afgelopen maanden deed in meer dan zeventig verhalen op dit blog. Meer dan gelukkig als ik zie hoe het leven voor zoveel mensen zo hemeltergend anders is.

zondag 20 mei 2012

Als het goed en genoeg is (2007)

























Als het wat langer geleden is dat ik me in de taal van wolken heb uitgesproken, zijn het de wolken zelf die me soms weer aan het schilderen zetten. Bij de eerste de beste aanblik van hoog oprijzende wolken in het voorjaar, besef ik dat er nog zoveel niet verteld is en nog zoveel niet op de manier waarop ik het zou willen, dat ik zo weer aan de slag wil. Genoeg inspiratie voor een mensenleven. Zoals ik een Waddenschilder aan het werk heb gezien die meer dan genoeg had aan de slikken, het water, het licht en de wolken. Omdat ze hem taal verschaften voor zijn verhaal, in eindeloze variaties.
Om wat nog niet verteld was, schilderde ik in 2007 een paar wolkenschilderijen op paneel. Met een kwast én een verfroller. Dat was nieuw voor me en ik genoot van de mogelijkheden ervan. Van de nuances en de snelheid waarmee gewerkt kon worden. Het gaf me energie voor wel honderd schilderijen, maar daarvoor ontbrak me de tijd.
De avond valt in roodbruine kleuren met wolken in vol ornaat. Boven warmgetinte velden zoals ik die het afgelopen jaar ook aantrof op de Hoge Veluwe. Met ruimte om te zwerven en maar te zien waar de dag je brengt. De wolken zijn uitgegroeid tot wat ze zijn en hebben rust gevonden. Als mensen voor wie het goed is en genoeg is, na een leven lang zoeken en vinden, vallen en opstaan, leren en inzicht verkrijgen.
Na al het schrijven over bijna veertig jaar schilderen, nader ik de deur naar het hier en nu. Het is ook voor mij (voor dit moment) goed en genoeg. Over alles leek het wel te gaan. Over de verwondering bij de eerste schilderijen, de keuze voor de academie en wat me daartoe bracht. Over het leren van mijn beeldtaal, het leven van verbeelding, de associaties met de traditie waarin ik ben opgegroeid. Over het voorbijgaan van mensen. Over de herinnering en de gezochte vrijheid en ruimte.
Wat ik nu nog schrijf is als laatste vakantiedagen. Je weet dat het erop zit en kijkt nog even achterom. Nog even een keer dáárheen. Nog één keer de berg op. Nog één keer zonsondergang. Nog even wat herinneringen voor thuis, een souvenier voor deze of gene.

vrijdag 18 mei 2012

Herinneringen aan de oude dijk (2006)


















Ik viel schilderend stil in 2005. Ik had me over zoveel uitgelaten en zoveel beelden gemaakt om me te herinneren aan wat ik me al jong had voorgenomen, namelijk een eigen weg te gaan en waarde te hechten aan wat echt en uit het hart is, dat het wel even genoeg was. Voor dat moment althans, want hetzelfde had ik veertien jaar eerder ook al even gedacht. Er zouden vast weer momenten komen dat ik wel zou moeten verbeelden omdat het me liever zou zijn dan zwijgen.
Zo'n moment was er na een jaar. Het kanaal dat de havens van Middelharnis en Sommelsdijk twee eeuwen lang had verbonden was namelijk gedempt en daarmee had ik toch wel wat verloren. Het was me de plek op de rand van natuur en cultuur, waar ik vaak even afstand nam. Waar ik de wereld om me heen eens even liet voor wat die was. Een deel van de geschiedenis liet zich daar nu nauwelijks nog raden. Geen ramp voor wie niet anders weet en het oude kanaal nooit kende. Ook niet voor wie er veel te herinneren had. Maar wel raar. De kanaaldijk met de meidoorn en de vlier, waarover ik eind jaren zeventig, begin jaren tachtig de Omloop van Menheerse zo vaak had gelopen, was in het kanaal geschoven. De zwaluwen die er twee honderd jaar boven het vlakke water op hoge toon (tri-triet) op insecten hadden gejaagd, hadden er niet veel meer te zoeken. Van herinneringen kunnen dieren immers niet leven. Ik ook niet, maar zonder is het me te kaal.
'Ik leef in het heden en het enige dat telt is de toekomst', vertrouwde iemand me eens toe. Hij had niets met het verleden. Ik vroeg hem, bekend met zijn achtergrond, waarom hij dan toch telkens in zijn Bijbel las als hij niets met het verleden had. Maar dat was anders, zei hij. Toch niet, zou ik denken. De woorden van de joods-christelijke traditie die ook achter deze dijk verankerd zijn in kerkelijke gemeenten, in families, in mensen jong en oud, zijn woorden uit herinnering, woorden uit het verleden die van generatie op generatie in het heden zijn geroepen. Om met mensen op weg te gaan. Om ze een weg te wijzen. Dé weg zullen de meesten van hen zeggen. Omdat ze geen andere zien en omdat ze er thuis zijn. Omdat de hoofdpersonen van al die verhalen voor hen geen vreemden zijn uit langvervlogen tijden, maar mensen van vlees en bloed. Metgezellen onderweg naar eenzelfde toekomst over de grenzen van de tijd.
Met die woorden is in de tijd heel wat gebeurd en gedaan. Ze zijn verweven geraakt met leerstelligheden en in handen gekomen van mensen, van mannen meestal, die van verbeelding en mysterie geen weet hebben, maar slechts van standen van zaken, van feiten en weten. Die de waarheden hakten uit steen.
Veel mensen voor wie het niet langer uit te houden is, nemen de benen. Pakken hun koffers met het noodzakelijke. Soms met meer, soms met minder. Dan maar helemaal opnieuw beginnen, is voor hen de gekozen weg. Liever hérbouwen dan vérbouwen. Met vallen en opstaan, dat wel. En vaak ook in het besef dat met het badwater meer is weggegooid dan hun lief is. Ze hebben een deel van hun verleden weggedaan. Het kompas dat zo vanzelfsprekend de weg had gewezen. Wat blijft zijn de herinneringen. De oude psalmen en gezangen die nog jaren en niet zelden nog een leven lang nagalmen in hun hoofd of in theatervoorstellingen van domineeszonen.
Ik heb de dijk geschilderd en de warme tinten van de nazomeravond. Om de oude dijk langs het stille water te herinneren. Om de diepe gronden achter de dijk die me lief zijn, niet te vergeten en mee te nemen in het eigen verhaal. Omdat het moet kunnen om met meer dan niets te beginnen. Met veel meer zelfs.